Ze schijnen nergens last van te hebben. De oude dame naast me die emotieloos uit het raam staart. Het op het eerste gezicht keurig uitziende meisje schuin tegenover me dat diep verzonken is in haar Candlelight-boekje. En de vier omaatjes rechts van me die druk over koetjes en kalfjes aan het praten zijn.
Ik verbaas me erover. Ruiken ze dan niks? Of is mijn neus zó overdreven sterk ontwikkeld dat ik gedoemd ben om elk onsmakelijk geurtje op te merken. Bah. Wat een shitgeur, letterlijk en figuurlijk. Terwijl ik overweeg om naar een andere treincoupé te lopen blijf ik, gefascineerd door mijn medepassagiers, zitten. Vooral het meisje tegenover me wekt mijn interesse. Op de achterkant van haar boekje lees ik 'Verboden passie'. Wat beweegt iemand om op dit tijdstip, 09.30 uur, een dergelijk boek te lezen vraag ik me nieuwsgierig af. Ongegeneerd slaat ze pagina voor pagina om. Haar keurige uitstraling wordt verpest door de oncharmante manier waarop ze zit. Enigszins mannelijk, beide benen iets uit elkaar, waardoor haar fout gekozen panty nog meer opvalt. Hoe oud zou ze zijn? Vijfentwintig, zesentwintig? En waar zou ze naartoe gaan?
Inmiddels stoor ik me minder aan de poeplucht. Of ben ik er inmiddels aan gewend? Nog steeds vraag ik me af waarom mijn medepassagiers zich nergens aan lijken te storen. Eigenlijk moet ik mijn interview voorbereiden, maar ik voel me te ongemakkelijk om me goed te concentreren. Het is te druk om me heen en ik kan de gedachte aan smerige geuren niet loslaten.
Amsterdam centraal. Mijn geobserveerde medepassagiers stappen allemaal uit. Ik besluit om naar de andere kant van de treincoupé te lopen. Weg van de wc. En van de stank. Ook veel van de andere passagiers zijn uitgestapt dus de drukte is weg. Lekker. Kan ik me eindelijk focussen op mijn interview...